dinsdag, januari 10, 2006

Starchitectuur

Enkele jaren geleden schreef Soetebroot al over de boerderette: nieuwbouw met het aanzien van een eeuwenoude boerderij, landelijk gelegen en met alle comfort. Nostalgische kitsch voor naïeve, verwende stadsbewoners die hun pastorale fantasieën willen uitleven.
Afgelopen week berichtte NRC over de VINEX-variant van de boerderette. Overal in het land schieten de pseudo-jaren '30-woonwijken als paddenstoelen uit de klei. Wat begon als een uniek en prijswinnend concept is uitgegroeid tot een traditionalistische trend, die -- net als de boerderette -- te herleiden is tot een collectieve behoefte aan cocooning, nostalgie en een nieuwe Nieuwe Truttigheid.
'Echte' architecten is deze ontwikkeling een doorn in het oog. Volgens hen zijn ook bouwmeesters kunstenaars, die niet dienen te buigen voor de wens van de projectontwikkelaar of de familie Doorzon. Net als in de eetcultuur zien we ook hier de opkomst van een nieuw sterrendom: de starchitect. Deze benaming is geen verwijzing naar de starheid van de Nederlandse nieuwbouwwijk, maar naar de status die architecten zichzelf toemeten. En zoals het de Nederlandse traditie betaamt, boert de starchitect goed in het buitenland, maar lopen lokale kaaskoppen niet warm voor een onconventionele bouwstijl. In hun ogen zijn starchitecten anarchitecten. En anarchie past nu eenmaal niet bij idyllisch wonen.

Geen opmerkingen: