zaterdag, augustus 06, 2005

Matsa

En toen kwam Matsa om alle plakkerige smerigheid weg te wassen en de inwoners van Sjanghai op een tropische douche te tracteren. In Nederland ook wel beschreven als de tropische tyfoon die de Sjanghainezen dwingt tot binnenblijven en ervoor zorgt dat 1.25 miljoen Chinezen zijn geevacueerd. In Sjanghai lijkt er nauwelijks een vuiltje aan de lucht. Oke, ik heb al twee keer natte voeten gekregen en taxichauffeurs houden niet van natte pakken op de smetteloos witte achterbanken van hun Volkswagen Santana (bestaat dit merk eigenlijk?), maar verder gaat het 24-uurs leven in Sjanghai gewoon door. Je weet wel, de bakker bakt zijn bapao en de slager slacht zijn hond. En jawel, uiteindelijk doet ook de journalist (toch nog) zijn interview. Met een beetje hulp van de vloeiend Mandarijn sprekende Australische Sarah voor het slechten van de taalbarriere. Yang Fudong kijkt erg uit naar zijn bezoek aan Amsterdams Stedelijk en neemt ook zijn vrienden mee om zijn videokunst van een muziek performance te voorzien. Komt dat zien dus!
Nu maar hopen dat mijn vliegtuig maandagochtend van de grond komt want momenteel ligt alles plat. Wat dat betreft kunnen de kuren van Matsa voor mij nog wel eens onverwacht stekelig uit de hoek gaan komen. Maar nadat ik al twee paraplu's en een paar sneakers aan haar heb geofferd, verwacht ik dat ze me nu wel gunstig is gezind.

donderdag, augustus 04, 2005

Headsets in Hangzhou

Na een dag dvd's kijken in Sjanghai,met veertig graden en een luchtvochtigheid van het niveau warme klamme lappen de enige menselijke bezigheid (airco), is de tijd aangebroken om er weer eens op uit te trekken. Ching vond dat er voor haar weer plichten riepen, maar onze nieuwe Spaanse vriend Sanchez was er wel voor in een paar dagen rond het rustieke meer van Hangzhou te spenderen. Vandaag zijn we daarom op de bus gestapt en naar deze Chinese idylle gekacheld. Tot mijn verbazing hebben we ook hier weer een leuk hostel kunnen vinden, met een binnenplaats en, tot ongekende blijdschap van Sanchez, een klimmuur, wat zoveel betekende als dat ik hem meteen na aankomst terugvond, bungelend aan de moeilijke paarse handgrepen bovenaan de klimmuur. Verder heeft het hostel nog vissen, een wit konijn met de oren van een haas en een lassie-hond genaamd Yaya. Ook ik vermaak me wel dus. Vandaag nog met een mountainbike een rondje rond het Xi Hu meer gefietst. Helaas mag je van Chinezen niks; niet lopen of zitten op het gras, niet zwemmen en niet fietsen op de mooie paden langs het meer. En dan hebben politiemannen hier ook nog bar weinig te doen. Zodra je met een wiel een verboden zone oprijdt staat er al een naast je om je weg te sturen. Momenteel zit ik in een wangba ofwel internet shop en om Sanchez moreel te ondersteunen bij zijn pogingen zijn bank in Engeland te bellen via internet. Lang verhaal, maar iedereen die vanuit China wel eens op zoek is geweest naar een IBAN-code kan zich iets bij de ellende voorstellen (haha wie?). Ondertussen tik ik mijn, naar alle waarschijnlijk, een-na-laatste verhaal uit China. Wel heb ik mijn planning rond. Tot en met morgen op retraite in Hangzhou en daarna nog twee dagen living the fast lane in Shanghai. Zaterdag interview met upcoming artist Yang Fudong en zondag shoppen op de markt zodat ik maandag met een rollende koffer vol dvd's als handbagage het vliegtuig in kan stappen zodat ik thuis lekker voor de buis kan blijven plakken als het weer zo'n fijne regenachtige Nederlandse zomer blijkt te zijn.


maandag, augustus 01, 2005

Biking Beijing

Een mountainbike met een mandje voorop voor de broodnodige watersupplementen en scheuren maar. Beijing ontdek je pas op de fiets, al is het maar omdat taxi's uitgesproken onbetrouwbaar zijn en het openbaar vervoer hier stinkt. Daarom zijn behalve het zomerpaleis sinds kort ook de Verboden Stad en The Temple of Heaven in mijn fietsplanning beland. Overleven op de fiets is een kwestie van een beetje geluk en een hele goeie bel. Het is dan ook goed dat Ching en ik gisteren de aardigste fietsenmaker van Beijing vonden en onze authentieke Flying Pigeon-fietsen uit waren gerust met ronkende toeters toen we een rondje gingen innercitybiken. De Verboden Stad was interessant om te zien, maar ik merk toch steeds meer dat de hoogtepunten uit de reisgids niet die van mij persoonlijk zijn. De reden hiervoor hangt vooral samen met dat je tig keer entree betaalt, de audioguide nauwelijks boven het megafoon-gejengel van de Chinese toergroepen uitkomt en dat de audioguide is ingesproken door een Chinese mevrouw die de r -cliche- niet machtig is (neem je er eens een keer eentje omdat het gerucht gaat dat Roger-de niet zo hele goeie maar wel okaye James Bond- Moore de boel heeft ingesproken, wordt je weer geript). Maar ach, het heeft mij in ieder geval doen besluiten thuis The Last Emperor nog een keer te gaan kijken. En voor iedereen die het wil geloven, Pu Yi uit de film lijkt echt op de echte laatste keizer! Kortom, voor de Verboden Stad hoef je niet naar China, of misschien toch wel, omdat je er heen kunt fietsen door Beijing.
Morgen stappen we op de trein naar Shanghai waar ik meteen weer mijn tas pak voor een tweedaagse trip naar Hangzhou en Suzhou. Daarna nog een weekendje in Shanghai en dan wacht mij de ongewilde trip terug naar Holland.
Vanavond zoeken we samen met Los Musquitos Blancos, een Frans-Spaanse superband in wording- Suzie Wong op in Beijing, het zusje van de hipste Chinees van Amsterdam; Jimmy Woo.
Nou ja, uiteindelijk werd het club BabyFace. Vanwege de naam natuurlijk, maar vooral omdat er geen entree was, de obers de drankjes daar in de fik steken en de Chineze nouveau riche geen kans onbenut laat vrienden te maken met dat rare westerse volk.
Bij het zien van BabyFace wist ik ook waar Michael Jackson in betere tijden zijn inspiratie vandaan haalde. De club in de videoclip van Blood on the Dancefloor is een exacte kopie met kralenkettingen en zilverkleurig industrieel meubilair.

Omdat ik ook vandaag nog wat tijd te doden heb voordat de trein vertrekt, nog wat extra tiksels.
We hebben soft sleepers! wat zoveel betekent als dat je maar met 4 in plaats van 6 medereizigers op kot ligt en er deuren zijn om de boel af te sluiten. Oh ja, en het slaapt ook een beetje zachter. Het valt mij zwaar afscheid te moeten nemen van het Far East Youth Hostel. Na een week hier hebben zitten plakken, is het toch een beetje als een warm bad gaan aanvoelen. Zodra je de binnenplaats oploopt zie je je nieuwbakken vrienden uit alle windstreken en je weet dat als je eenmaal gaat zitten de lol doorgaat tot de laatste druppel Tsing Tao-bier. Dit is trouwens niet zonder consequenties want probeer maar eens actief te gaan sightsee-en na avonden als deze. Het heeft bij sommige reis-souls zelfs geleid tot het uit het programma schrappen van de Forbidden City en zeg nu zelf, das best ernstig.