maandag, oktober 06, 2008

Sirf Halek en die horror cabana

*Een eerste geluid uit Maghreb!
opgetikt gewoon van links naar rechts: En dat terwijl Firma Soetebroot niet eerder in meer barre omstandigheden tikte, wat toetsenbord betreft. Stel je een gewoon toetsenbord voor; sloop alle knopjes eraf; gooi ze op een grote stapel; zet de fik erin; trap er nog eens flink op; veeg ze weer bijelkaar en plak ze willekeurig vast aan een plankje. Oh ja en vergeet de cijfers: Wie geeft er nu om cijfers? Vrienden in hoge posities en kamelen zijn veel belangrijker en die hoef je niet te mailen, die schud je gewoon de hand op straat (andere hand op het hart!/. Dit gewoon even als situatieschets zodat jullie weten wat Latifa en Samia (Firma Soetebroots naam voor de time being/ buiten alle paradijselijke heerlijkheden van Marokko ook moeten doorstaan. En waar al die gare leestekens vandaan komen.
Want bien sucré is het leven hier zeker! Gisteren vanuit het surfdorpje Oualidia aangekomen in Fés. Om sanatorische redenen daar een week gebleven want zowel Latifa als Samia kampte al sinds de festivalvolle zomer met diepborende slijmhoest en algehele appeligheid.
Of de frisse stoot adrenaline nu voortkwam uit de surflessen of uit de nachtelijke angsten die ze in onze privé cabana hebben doorstaan weet ik niet; zeker is dat Samia en Latifa sinds Oulidia weer zijn opgebloeid en fris als de snoskommer in de tajine nu in Fés zijn aangekomen.
Nu zien Samia en Latfia zichzelf graag als dappere strijdbare vrouwen: Onafhankelijke wereldreizigsters die onverschrokken de continenten doorcrossen en overal in tien talen vrienden maken. Helaas heeft ons verblijf in de horror cabana ons gedwongen dit beeld een beetje bij te stellen. Het was al meteen de eerste avond raak: We waren bij wijze van spreken nog handenwrijvend aan het napraten over hoe gewiekst we deze houten hut met zeezicht voor 15 per nacht pp. hadden geregeld via hosselaar Brahim, toen Latifa; reeds in nachtpakje; met trillende stem meldde dat er een man in hoodie in de poort stond (let wel; deze poort was op slot/Vlak daarna hoorde Samia rubberen voetstappen om de houten cabana. De schuurdeur stond open. Latief riep dat ze op haar post aan de voorkant zou blijven om de man bij de poort in de gaten te houden. Samia raapte ondertussen al haar moed bijelkaar en keek door haar slaapkamerraam naar de schuur in de tuin. Plotseling keek ze recht in het gezicht van een man met een hengel en terwijl haar hart de langste freeze in haar leven maakte; zei deze visser vriendelijk bonsoir: Het was de huiseigenaar; zwager van hosselaar Brahim die na een nachtelijke vissessie zijn hengel in het schuurtje kwam opbergen. Gerustgesteld maar in nachtmerrie modus gingen Latief en Samia naar bed. In de dagen daarna leek de rust teruggekeerd in het rustieke vissersdorpje en waren de nachtelijke voetstappen van de pecheur iets waarop je de klok even gelijk kon zetten als op de oproep tot gebed vanuit de plaatselijke minaret. Totdat de laatste nacht voor vertrek de deurbel ging: Samia en Latifa wilden eerst niet opendoen; vast was het weer Brahim, die met hen wilde hangen. Maar natuurlijk won Samias nieuwsgierigheid het uiteindelijk weer van de weerstand tegen ongewenste bezoekers en zwaaide ze het raampje open. Tegenover het huis stond een vreemde gast; in het Frans smekend of hij mocht logeren in de cabana bij gebrek aan dak. Ondanks dat Latifa en Samia samen de straat opgingen in een poging de gast in een keer duidelijk te maken dat daar nul kans op was /Sirf halek!/, bleef hij hangen. Uren later hing hij er nog. Steentjes en takjes vlogen tegen het raam: En toen Samia en Latifa naar bed gingen belde hij weer aan: Toen werden Latief en Samia bang: Wat als deze gast/toch duidelijk psycho of minstens niet helemaal 100/ ging proberen binnen te komen om de logeerpartij af te dwingen. Razendsnel sloten ze alle deuren en ramen af. Latifa strooide met plastic flessen als boobytraps en Samia tijgerde door het huis zodat de gast niet kon zien dat we al in de slaapkamer zaten. Maar hij stond er nog steeds. Dus toen hebben Samia en Latifa toch maar naar Brahim gesmst of hij de gast wilde komen wegjagen: Brahim kwam, binnen drie minuten; acterop de brommer van Le Pecheur. Latifa en Samia hoorde het verlossende gereutel al van ver. In een vaderlijke donderpreek en met een allah vervloek je gebaar verjoeg Le Pecheur de rondhangende pyscho. De jongen was niet van hier. Niemand heeft hem die nacht nog gezien /de pecheur is nog twee keer komen checken/
Zo werd de man die we eerst als het monster van Oualidia wegzette; uiteindelijk onze held. En zo bleek wederom dat in Marokko dingen zelden zo zijn zoals ze lijken; zoals een stinkende steeg opeens een fantastische riyad herbergt en een poepkleurige terracottapot een ovenheerlijk tajine met lamsvlees en zoete dadels. En ok, ook snoskommers. Dat dan wel weer.

A tout a l heure!

*Plaatje is om hierboven uitgelegde redenen ook nep.